Op het Boekenbal van 1984 hield A. den Doolaard een voordracht over het thema 'leven van je pen'. Hij eindigt zijn betoog met een vraag aan minister Brinkman die bij het boekenbal aanwezig was.
Hieronder volgt de tekst van zijn betoog.
Leven van je pen
'Leven van je pen': volgens een paar inwoners van mijn Veluwse heidorp die met hun handen hun brood moeten verdienen, is dat een makkie. "Je gaat op je krent zitten", hoorde ik in het dorpshuus, "je schrijft andermans belevenissen op, en een poosje later stroomt het geld binnen." Ja, ja ja. Dat het zo ware! Want enkel van mijn pen heb ik maar een paar jaar kunnen leven. Nadat in 1946 Het verjaagde water was verschenen. Niet alleen het verhaal van de droogmaking van Walcheren, maar ook het epos van de eeuwige strijd van Nederland tegen de zee.
Daarna vertrok ik naar Amerika, en ook dankzij de uitstekende vertaling wilde de bekende Amerikaanse Book of the Month club Het verjaagde water uitgeven. Dat alleen al betekende een voorschot van 50.000 dollar. Maar! Er was een voorwaarde aan verbonden: ik moest het boek met eenderde inkorten en speciaal werd daarbij beoogd een figuur die mij juist buitengewoon lief was. Soms wordt een schrijver verliefd op zijn eigen figuren. Daar voelde ik niets voor. Ik overlegde met mijn vrouw, die aanstonds zei: als je dat doet, ga ik van je scheiden. Daarmee viel de beslissing helemaal, en ik zond aan de baas van de jury een telegram in vier woorden, luidende: "Go climb a tree". In hedendaags Nederlands vertaald: U kunt mij de pot op!
Ik heb er nooit spijt van gehad. Want als je begint je te verkopen, is het eind weg. Maar eenmaal terug in Nederland, moest ik die geste wel bekopen met het houden van vele lezingen. Drie, vier keer per week met m'n auto en mijn projectielantaarn het land rond, het hele land, van Maastricht tot Delfzijl. Zodra ik op m'n 65e AOW kreeg heb ik dat nachtelijke dweilen van Cadzand tot Groningen opgegeven. En bij elke winterstorm zei ik 's avonds bij de haard tegen mijn vrouw: Aargh, lekker geen lezing vanavond!
Maar die juichkreet verstomde na het optreden van het huidige no-nonsense kabinet, dat tegemoetkomingen aan zieken, maatschappelijk zwakkeren, jeugd en bejaarden introk maar juist wel toebedeelde aan de dikverdienende multinationals. Indien ik er lichamelijk nog toe in staat was, zou ik morgen weer met lezingen beginnen. Want ouderen, en dus ook oudere schrijvers, verloren in de laatste paar jaar eerst hun extra belastingvrije som, en dit jaar werden ze fiscaal beroofd van hun aftrek als zelfstandige. Ik ondervind dit niet alleen als onrechtvaardig, maar ook als grievend. Want nu ben ik fiscaal kinds verklaard, en bovendien kost mij dat een paar duizend gulden extra belasting. Als straf op het zelfstandig zijn!
En daartegen protesteer ik.
Ook de uitleenvergoeding voor schrijvers is afgeschaft. En daarom vraag ik de daarvoor verantwoordelijke minister - ik heb horen verluiden dat die hier in de zaal aanwezig is - waar blijft ter compensatie daarvan, het plechtig beloofde leengeld?
Wij schrijvers wachten ongeduldig op uw antwoord.
Dank u.