Tekst: Gerda Mulder
Noord-Albaniƫ, Shala vallei, Theth, eind september 2007
Dertig Nederlanders hebben zojuist een rots beklommen naast een grijze stenen toren met heel kleine ramen en staan nu op een alpenweide te wachten op een bijzondere plechtigheid. Ze hebben allemaal de dag ervoor ruim vijf uur een zware reis door de bergen gemaakt om hier te komen: opeengepakt in oncomfortabele 4 wheel drive cars die in een konvooi de tocht maakten. In hevig noodweer, langs een zeer slechte en deels overstromende weg, het laatste uur in het donker. Maar de regen- en onweerswolken zijn vannacht weggetrokken, de zon schijnt over het natuurreservaat, de Shala vallei en de omringende bergen, de BjeskĆ«t e Namuna (āde vervloekte bergenā) zijn van een arcadische schoonheid. De locatie van een oud, vergeten boek: āDe herberg met het hoefijzerā.
Kulla gerestaureerd met steun van Nederlandse Ambassade
Het torenhuis waar de Nederlandse groep voor staat is een van de weinige bewaard gebleven kullaās in de Noordalbanese bergen. Een kulla is een verdedigingstoren waar een familie, die in een bloedwraakvete betrokken was, enkele maanden kon verblijven. Mannen die volgens de wetten van de bloedwraak iemand hadden gedood waren tot hun proces vogelvrij maar konden hier met hun familieleden de noodzakelijke bescherming vinden. De Nederlandse Ambassade in AlbaniĆ« heeft de restauratie van deze unieke, 150 jaar oude āKulla e Ngujimitā, een belangrijk historische monument voor Theth, op verzoek van de bewoners gefinancierd en viert de opening vandaag met een select gezelschap Nederlanders en Albanezen.
De plaatsvervangend Nederlandse ambassadeur in Albaniƫ, Adri Stoios Braken, houdt een heel betrokken toespraak. Ze memoreert dat de kulla gelukkig niet meer gebruikt hoeft te worden voor zijn oorspronkelijke doel. Bloedwraakmoorden komen in heel Albaniƫ nog voor, maar in dit dorp, Theth, zijn ze al jaren geleden tot staan gebracht. Zij looft de vriendschapsbanden tussen Albaniƫ en Nederland en hoopt dat de gerestaureerde kulla als bloedwraakmuseum uitgroeit tot een bezienswaardigheid die zowel de bevolking van Theth als de toeristen blijft herinneren aan de veelbewogen geschiedenis.
Het toerisme moet een belangrijke bron van inkomsten gaan worden voor de bewoners en ze heeft daar gezien de ontwikkelingen van het afgelopen jaar alle vertrouwen in. Dat deze Nederlandse toeristengroep de lange reis naar Theth heeft gemaakt is een goed voorteken. Stoios-Braken hoopt verder dat Albaniƫ voortaan vaker met dit soort positief nieuws in de publiciteit komt, als tegenhanger van de negatieve beeldvorming: het land wordt altijd geassocieerd met maffia en corruptie, vrouwenhandel en energiecrises.
Na nog enkele toespraken kunnen de aanwezigen het resultaat van de restauratie bekijken. De kulla heeft een hellende entree vanwege de rotsige bodem en daarboven twee verdiepingen die helemaal afgesloten kunnen worden door de ladder in te trekken. De een na de andere genodigde verdwijnt gebogen door de zware toegangsdeur. Het is een benauwende ervaring om naar binnen te gaan en via een smalle ladder naar de volgende verdieping te klimmen. Honderden mannen hebben in deze twee rechthoekige ruimtes met gepleisterde witte muren maandenlang dagen in angst en vooral verveling doorgebracht.
Het is ondanks de stralende zon buiten heel donker in de kulla, de ramen zijn klein, de schietgaten prikkelen ieders fantasie.
De eigenaar van de kulla, NikollĆ« Zef KoƧeku, een gedistingeerde heer met grijs vest, zwart pak en markante zilveren kuif, vertelt ondertussen over de geschiedenis van zijn kulla. Het torenhuis was eigendom van zijn familie, werd tijdens het communisme onteigend en gebruikt als opslagplaats en heeft daarna jaren leeg gestaan. Er was geen geld om de kulla op te knappen en hij begon ernstig te vervallen. KoƧeku is erg blij met de restauratie door de Nederlandse ambassade en zou er verder graag samen met de dorpsbewoners een echt āmuseum ter herinnering aan de bloedwraakā van willen maken. Dat betekent de toren weer helemaal inrichten als vroeger, er oude fotoās van de kulla en het dorp ophangen en informatie over de geschiedenis van de bloedwraak in deze streek toevoegen.
Na afloop moet hij voortdurend poseren en interviews geven voor de Albanese tv- en radioploegen uit Shkodra en de journalisten van kranten uit Tirana. Het item over de gerestaureerde kulla is de volgende dag in het avondjournaal te zien.
Op zoek naar de locaties van De herberg met het hoefijzer
EĆ©n Nederlander zou heel aangenaam verrast zijn geweest door deze Nederlandse belangstelling voor het dorp Theth, 75 jaar nadat hij het ontdekt had. Dat is Bob Spoelstra. Hij leefde van 1901-1994 en is vooral bij oudere Nederlanders beter bekend onder zijn schrijverspseudoniem A. den Doolaard. Den Doolaard schreef vele romans over de Balkan zoals āHet land achter Gods rugā gaat over Montenegro, āDe bruiloft der zeven zigeunersā en āDe OriĆ«nt Expresā over MacedoniĆ«.
Maar zijn allerbekendste Balkanroman is āDe herberg met het hoefijzerā, die zich in Noord AlbaniĆ« afspeelt. Duizenden middelbare scholieren hebben deze titel op hun literatuurlijsten gezet. Den Doolaard maakte in de lente van 1932 een wekenlange trektocht van Thessaloniki naar Sarajevo en reisde low budget door AlbaniĆ«. Trekkend door de Noordalbanese Alpen kwam hij in contact met de bergbewoners, de Malissoren, raakte hij geĆÆntrigeerd door hun verhalen over de bloedwraak en besloot er een roman aan te wijden. āDe herberg met het hoefijzerā verscheen in 1933 en was vrijwel meteen een groot succes.
Veel later, in 1971, vertelt hij in zijn boek āOgen op de rugā - met als ondertitel āterugkijkend naar boeken en tijdgenotenā- uitgebreid over de boeiende ontstaansgeschiedenis van āDe herbergā: āOp een avond kwam ik in Theth aan. Het gehucht lag op een licht glooiende bodem van een keteldal, langs alle omringende bergwanden sproeiden watervallen omlaag en naast elk van het half dozijn hofsteden zag ik verzorgde moestuinen. In de kleine pastorie waar ik mijn intrek nam, kreeg ik dan ook een uitstekend maal opgediend, terwijl ik alle vorige dagen mijn honger had moeten stillen met maisbrood, uien, geitenmelk en gekookte eieren, een voedzaam maar eenzijdig menu. Deze oase in de bergwildernis leek de ideale plek om er althans een deel van het verhaal te situeren, vooral toen mijn gastheer, een zachtzinnige Franciscaan, mij iets verteld had over de lotgevallen van zijn voorgangerā¦.ā (pag. 38).
De herberg met het hoefijzer gaat over een Engelse geoloog die door zijn firma op een geheime missie naar Noord AlbaniĆ« wordt gezonden om in de bergen naar kopererts te zoeken. Daar komt hij in een herberg in Shkodra in contact met een herdersjongen die het overspel van zijn schoonzuster volgens de regels van de ākanunā, de middeleeuwse bergwetten, bestraft met de dood van de minnaar. De bloedwraak eist vervolgens nog meer slachtoffers maar in de roman wordt de bloedwraak genuanceerd behandeld en gekoppeld aan de ontwikkeling van het geweten van alle vier de hoofdpersonen: de geoloog, de herdersjongen, de vrouw en de priester. Locaties als de stad Shkodra, de bergweg naar de Shala vallei, het dorp Theth en omgeving en een hoge bergpas, de schapenpas, spelen een belangrijke rol in āDe herberg met het hoefijzerā.
De Nederlandse toeristen in Theth zijn echte fans. Ze hebben een themareis geboekt met de titel āIn de voetstappen van den Doolaardā en erg lang moeten wachten voordat ze het land van āDe herberg van het hoefijzerā konden bezoeken. AlbaniĆ« was immers tijdens het communistische regime van Enver Hoxha vijftig jaar zo goed als gesloten voor buitenlandse bezoekers. Alleen strak geregisseerde groepsreizen waren mogelijk en die gingen beslist niet naar een afgelegen arme vallei in Noord AlbaniĆ«. Ook na het communisme duurde het nog lang voordat reizen naar Theth mogelijk was. De 70 kilometer lange weg ernaartoe was slecht en alleen in de zomer berijdbaar; accommodatie was een groot probleem omdat het plaatselijke staatshotel op instorten stond. De Den Doolaard liefhebbers krijgen vandaag als compensatie exact wat ze verwachtten. De groene vallei met haar bergen en watervallen en pittoreske grijze leistenen huisjes ligt er nog net zo bij als 75 jaar geleden.
De overgebleven bewoners leven nog net zo als in de jaren dertig. Het enige verschil is dat er tegenwoordig veel huizen onbewoond en vervallen zijn. De trek naar de stad en naar het buitenland heeft in dit arme, afgelegen deel van Albaniƫ zijn trieste sporen nagelaten.
Albanese vertaling van De herberg verschenen
Na de ochtendplechtigheid bij de kulla is er ās middags nog een korte ceremonie tijdens de lunch in een boerenhuis in Theth. Daar staat de schrijver Den Doolaard en zijn boek over de bloedwraak centraal. Reisleider Dolf Went, die al zijn hele leven reizen naar AlbaniĆ« organiseert en met deze bijzondere themareis zijn toeristische carriĆØre afsluit, biedt de hele bevolking van Theth een educatief cadeautje aan. Een boek: āDe herberg van het hoefijzerā of āBujtina me potkuaā, zoals de Albanese vertaling die onlangs bij uitgeverij Skanderbeg Books in Tirana verscheen luidt. Nederlandse boekenpromotie in de bergen.
Alle 65 families in het dorp Theth krijgen later die week van de burgemeester een exemplaar van āDe herberg met het hoefijzerā. Zodat ze zelf kunnen lezen hoe een jonge Nederlandse schrijver in de jaren dertig zijn bijzondere reiservaringen in een roman over hun dorp en land verwerkte. Om beter te begrijpen waarom juist Nederlanders veel moeite doen hun afgelegen dorp Theth te bezoeken en geĆÆnteresseerd zijn in de bloedwraak. En ook om die Nederlandse toeristen te helpen bij het zoeken naar de locaties van toen: de pastorie, de kerk, de molen, de watervallen en de Schapenpas waar de tragische ontknoping plaatsvindt.
In de belangrijke Albanese kwaliteitskrant Shqip verschijnt prompt begin oktober een paginagrote positieve recensie van de āHerberg met het hoefijzerā.
De bekendheid van en de waardering voor de schrijver Den Doolaard, ruim tien jaar na zijn dood, in de Balkan groeit. Vorig jaar kreeg hij zelfs een eigen monument in het centrum van de stad Ohrid in MacedoniĆ«, waar zijn roman āDe bruiloft der zeven zigeunersā begint. In Nederland is hij een vergeten schrijver. Geen enkele middelbare scholier haalt het in zijn hoofd āDe herbergā op zijn literatuurlijst te zetten. De uitgeverij, Querido, heeft het boek uit het fonds gehaald. Er is alleen nog aan te komen via antiquariaten of webwinkels.
Toerisme naar Theth kwam laat en moeizaam tot stand
De Shala vallei in Noord AlbaniĆ« is een stuk onontdekt Europa, een natuurreservaat, een paradijsje met rondom scherp gekartelde bergkammen, ijskoude rivieren en watervallen. Het gebied was tijdens de Turkse overheersing zeer geĆÆsoleerd; tijdens het communistisme doodarm en onderontwikkeld, maar had het ook de jaren na het communisme heel moeilijk. De Albanese regering had andere prioriteiten en privĆ© kapitaal liet het uit zijn hoofd in een dergelijk risicovolle regio (de oorlog in voormalig JoegoslaviĆ« woedde volop) te investeren. De bevolking van de valleien in het Noorden trok vervolgens door gebrek aan scholing en werk weg, naar de stad Shkodra en naar het buitenland. Het natuurgebied ontsluiten voor toerisme lukte niet, ondanks alle potentie.
Pas in de tweede helft van de jaren negentig namen westerse organisaties initiatieven om vakanties te organiseren naar dit prachtige natuurgebied. Nederland heeft daar een rol in gespeeld. In het voorjaar van 1997 presenteerde de natuurvakantieorganisatie SNP (Stichting Natuur Producties) op een landelijke natuur & wandelbeurs in Nederland een kleinschalig toeristisch aanbod voor Noord Albaniƫ: goedkope logies bij boeren thuis en wandelen in de bergen volgens goed gemarkeerde routes. Een maand later gingen de piramidefondsen failliet die heel Albaniƫ aan de rand van de afgrond brachten. In het Noorden veroorzaakte de ineenstorting chaos en veel slachtoffers. Dat betekende een abrupt einde van het Albanese toerismeavontuur van de SNP. De jaren daarna zorgden de oorlog in het zeer nabij gelegen Kosovo en de opstand in buurland Macedoniƫ ervoor dat nieuwe toeristische plannen bleven stagneren.
Ondertussen vertrokken steeds meer bewoners van de bergvalleien noodgedwongen naar de dichtstbijzijnde stad Shkodra, leefden en werkten daar van oktober tot en met april en keerden alleen in de zomer naar hun huis in Theth terug. Steeds meer families verhuisden helemaal naar Shkodra. De rest van de families bleef geĆÆsoleerd achter, omdat de Shala vallei door ingesneeuwde bergpassen in de winter is afgesloten.
Gelukkig heeft de Duitse organisatie GTZ ( Deutsche Gesellschaft fĆ¼r Technische Zusammenarbeit) het toerisme in Noord AlbaniĆ« nog net op tijd een nieuwe impuls kunnen geven. Een snelle ontwikkeling van het toerisme was voor Theth van levensbelang, anders was het dorp geheel verlaten geweest. De GTZ heeft samen met enkele inwoners van Theth de āassociation of familiar tourismā opgericht, onder leiding van de burgemeester, Prek Harusha. Ze ondersteunt de leden van de associatie met het inrichten van een deel van hun boerderijen tot guesthouses, organiseert trainingen in het communiceren met de buitenlandse bezoekers (de leden spreken zelden Engels) en zet verantwoorde gemarkeerde wandelroutes uit met behulp van Zwitserse experts. De GTZ investeert per familiehuis een bedrag van zoān 2000 euro om een moderne badkamer aan te leggen (de boeren van Theth hebben alleen houten buiten wcās en geen douche).
De leden van de associatie investeren zelf ook, in inventaris: eenvoudige bedden met westers beddengoed. Want toeristen willen ā hoe romantisch het ook klinkt - liever niet net als Den Doolaard de nacht op een schapenvacht op de grond doorbrengen.
Acht families deden mee bij de start van het project, nu zijn het er al dertien, en dat levert een capaciteit van 60-70 bedden op. Toeristen kunnen nu ās zomers in Theth logeren in guesthouses. Er is ondertussen ook een eenvoudig particulier hotel met 20 bedden; maar logeren bij de boeren is goedkoper en leuker. De GTZ bemiddelt bij boekingen door buitenlandse reisbureaus. Voor 10.500 Albanese lek per persoon (9 euro) krijgen toeristen een overnachting in een drie tot vier persoonskamer in een boerenhuis en drie maaltijden met verse producten van het land. Zelfgestookte raki van druiven is royaal voorradig.
Ambassadevertegenwoordiger Ardi Stoios-Braken, die de nacht in Theth in zoān net ingericht guesthouse heeft doorgebracht, is enthousiast over de kwaliteit van de maaltijden en roemt de schapenkaas en honing, het maĆÆsbrood. De gasten kunnen een formulier invullen met specifieke wensen, bijvoorbeeld of ze vegetarisch willen eten. Alles komt van het eigen kleinschalige bedrijfje van de gastheer en voldoet aan de eco-eisen van de moderne consument. Ook erg interessant voor haar was: eens meemaken hoe het leven van een geheel zelfvoorzienende grote boerenfamilie dagelijks verloopt.
Toekomst Theth ziet er door het toerisme iets zonniger uit
Deze toeristische formule werkt. Er komt een stijgend aantal toeristen naar de Shala vallei toe. Dat zijn echte natuurliefhebbers: ecotoeristen, wandelaars en bergbeklimmers, waaronder opmerkelijk veel Oost-Europeanen (vooral Tsjechen).
In 2007 telde men zelfs al 5.000 bezoekers. Steeds meer boerenfamilies durven kamers in hun huis te verbouwen en te verhuren.
Gevolg van die ondersteuning van de āassociation of familiair tourismā is dat Noord-AlbaniŃ eindelijk op de kaart komt te staan van internationale reisorganisaties die gespecialiseerd zijn in avontuurlijke reizen. Die bieden nu rondreizen door Noord AlbaniĆ« aan. Die rondreizen beginnen in de stad Shkodra. De toeristen reizen via het stuwmeer naar Koman- maken vervolgens over de rivier de Drin een boottocht naar Fierza ā en rijden via Bajram Curri naar Valbona. Vervolgens wandelen de toeristen een hoge bergpas over naar Theth, logeren daar een paar dagen en rijden via de weg terug naar Boga en Shkodra.
Nederlandse reisorganisaties als Djoser en Intertrek beginnen de mogelijkheden van wandeltoerismereizen naar Noord AlbaniĆ« te zien en hebben in hun programmaās voor 2008 rondreizen opgenomen. Nieuwe Albanese reisorganisaties zoals ā Outdoor Albaniaā en ā Destination Albaniaā hebben de smaak te pakken en bieden kanotochten, ruige bergtochten en gedurfde mountainbiketours over bergpassen aan. Drie dagen raften op de rivier de Drin van Koman via Fierza naar KukŃs? Een zevendaagse mountainbiketoer door Montenegro en AlbaniĆ« (Podgorica-Plav -Theth -Shkodra)? Dictator Enver Hoxha zou zich omdraaien in zijn graf maar het wordt echt allemaal mogelijk in AlbaniĆ«, in de zomer van 2008.
Gelukkig voor de wandelaars blijven de reizen exclusief, want echte grootschaligheid kan het gebied nog niet aan. De veertig kilometer lange, bijzonder slechte bergweg naar de vallei van Theth verhindert dat. En de regering in Tirana is voorlopig niet van plan die toegangsweg te gaan asfalteren, hoe graag de bewoners van de bergdorpen dat ook zouden willen.