Verslag heenreis - 26 en 27 mei
Rondje om het meer, Albanië - 28 mei
Maandag 29 mei
Niet alles wat de nacht ervoor de revue gepasseerd is, staat ons 's morgens bij het opstaan nog even scherp voor ogen. Wel herinneren we ons nog door Peter Bosse te zijn uitgenodigd voor een rondleiding door Ohrid door Venko Mustrakinski. Omdat we ons pas om 11 uur hoeven te melden bij hotel Inex Gorica, nemen we een duik in het meer om goed wakker te worden en ontbijten op ons gemak. Rond elf uur melden we ons bij het prachtig gelegen hotel, dat onder Tito gereserveerd was voor het hogere partijkader. Vandaar rijden we met de rest van de deelnemers aan de rondleiding naar de 10e eeuwse burcht van koning Samuel, die hoog boven Ohrid uittorent. Helaas is de burcht vandaag in verband met opgravings- en restauratiewerkzaamheden gesloten voor het publiek. Wel vertelt Venko ons voor de poort van de burcht levendig over leven en dood van koning Samuel.
© foto: Albert Koevoet, 2006
Daarna bezoeken we bij Plaosnik de overblijfselen van een vroeg-Christelijke basiliek (5e eeuw) en van de universiteit die in de 10e eeuw door Sv. Climent werd gesticht. De kloosterkerk van Sv. Climent is onlangs met behulp van oude technieken weer op deze plek herbouwd. Samen met Hans Jaap Melissen van de Wereldomroep loop ik voor de anderen uit alvast naar het kerkje van Kaneo. Ook bij daglicht komen de prachtige proporties van dit kerkje uit 1270 goed tot hun recht.
© foto: Milja Spoelstra, 2006
"En op dit uiterste puntje van Ohrid's vestingheuvel, vlak tegen de rand van de laatste rotsbank, die steil in het water valt, angstvallig verwijderd van de laatste, toch al doodstille en schijnbaar onbewoonde huizen, stond een kleine kerk, alleen met rots, wind en water."
(citaat uit 'De bruiloft der zeven zigeuners')
© foto: Milja Spoelstra, 2006
Jeroen Wielaert van de NPS/radio 1 heeft er gelukkig aan gedacht zijn exemplaar van 'De bruiloft der zeven zigeuners' mee te nemen, zodat we de plek waar Branko en Doesjka elkaar voor het eerst ontmoeten aan een nader onderzoek kunnen onderwerpen. Samen met Jeroen loop ik het na:
"Het voorplein eindigde in een muur met een armoedig grauw houten deurtje erin, dat in de wind stond te klepperen. Hij duwde het open, en keek uit op het vreemdste en vredigste kerkhof, dat hij ooit gezien had. Twee graven in de schaduw van vijf oude olijfbomen; en daaromheen een brokkelig walletje, dat de grens van dit uiterste puntje der aarde scheen, met daarbuiten enkel water, lucht en woeste bergen. Dat was alles; en toch voelde hij ook hier weer met elke voetstap dezelfde eeuwigheid, die hem niet beklemde, maar hem doorstroomde met een wijd en berustend gevoel van veilg geborgen te zijn in de schoot der schepping.
'Een prachtige plek om een atheïst te bekeren,' dacht hij, 'of iemand, die aan het bestaan der ziel twijfelt! Waarom wonen hier geen monniken? Geen beter oord om tot jezelf te komen....'
Maar opeens merkte hij, dat hij niet alleen was met de wiegende distelstruiken, en de hagedissen, die er ritselend onderdoorschoten. Precies waar de muur rechthoekig omboog was een soort open poortje gebouwd, met als drempel een houten vlonder, die ongetwijfeld boven het water uitstak. In de planken was een vierkant gat gezaagd, met een balustrade er om heen. In de tijd van levend geloof, toen de kerk nog open stond, had de koster hier stellig zijn emmer met drinkwater uit het meer geput; nu lag er een vrouw, een meisje zeker nog, aan haar jonge benen te zien, voorover in het water te turen."
Vrijwel alles is nog terug te vinden: het voorplein, de brokkelige muur, één van de twee graven, drie oude olijfbomen en twee stronken van een olijfboom, het water, de lucht en de woeste bergen. Ook de hagedissen ritselen nog altijd onder de distelstruiken door. Alleen van de houten vlonder is geen spoor terug te vinden, ook geen vermolmde resten onder water, hoe we ook zoeken. Zou den Doolaard die er dan bijverzonnen hebben? Het zou natuurlijk kunnen, maar toch... We besluiten de hulp van onze gids Venko in te roepen. Via hem vragen we de drie oude Macedonische mannen die op het voorplein van de kerk zitten, of zij weten of er vroeger een houten vlonder bij het kerkje was. Eén van hen weet zich dat maar al te goed te herinneren, vijftig jaar geleden was hij er als twaalfjarige jongen bijna doorheen gezakt, omdat de planken ervan toen al helemaal vermolmd waren! Zonder dat wij hem daarnaar gevraagd hebben, verteld hij ons over het mechanisme dat op het vlonder stond waarmee water uit het meer geput kon worden, en beeldt het ook voor ons uit. Deze plek om water te halen werd gebruikt door inwoners van de wijk Plaosnik.
© foto: Albert Koevoet, 2006
Met Hans Jaap en André lunchen we aan het pleintje bij de plataan, waarna Hans Jaap me interviewt voor de Wereldomroep over mijn fascinatie voor A. den Doolaard. Als hij me vraagt een citaat uit 'de bruiloft der zeven zigeuners' voor te lezen, kies ik een stukje uit het hoofdstuk 'sterren boven Ochrid':
"Een heerlijk land; een vrij en gemakkelijk land,'" zuchtte hij voldaan. "Een beetje ruw, dat is waar; maar daar houd ik van. Geen knipmessende kellners, met een karakter als een gemangeld wit hemd, en gesteven gezichten, maar kerels met eikenhouten koppen; mensen, die niet in tweeën knakken wanneer ze horen, dat je professor bent, maar die je op je menswaarde nemen en je niet uitlachen, wanneer je hun taal verbastert...."
Net op tijd zijn we weer terug bij hotel Inex Gorica voor de persconferentie, waar behalve Nederlandse journalisten ook een aantal Macedonische media op afgekomen is. Bij de persconferentie ontmoeten we ook Milja en Branda en de rest van de familie Spoelstra: alle kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen van Bob Spoelstra en Erie Spoelstra-Meijer (aan wie hij 'de bruiloft der zeven zigeuners' opdroeg) zijn afgereisd naar Ohrid om aanwezig te kunnen zijn bij de onthulling van het monument.
© foto: Albert Koevoet, 2006
Na afloop van de persconferentie hebben we net even tijd om op de camping wat te eten en de linkerkoplamp van de auto te vervangen, die het na de heenreis had begeven. Morgen rijden we immers al terug! Maar eerst gaan we naar de onthulling van het monument. Wanneer we in Ohrid aankomen zijn de voorbereidingen voor de onthulling nog in volle gang. Na verloop van tijd begint het dan toch, met toespraken van onder andere de burgemeester van Ohrid en een vertegenwoordiger van de Nederlandse ambassade in Macedonië en met veel muziek en dans. In een boot wordt een marmeren plaat met de beeltenis van den Doolaard naar de plek van het monument geroeid en door jonge Macedoniërs in traditionele kledij naar het monument gedragen.
© foto: Daniel Bosschieter, 2006
Hierna onthullen Milja en Branda Spoelstra het monument voor hun vader, dat bestaat uit een gebogen, schuin oplopende witte muur met daarin een boek van twee marmeren platen, met daarop links een tekst in drie talen en rechts de beeltenis van A. den Doolaard. Onder het 'boek' staat in een stevige houten balk 'A. den Doolaard'.
Ondertussen ben ik aan de praat geraakt met Daniel Bosschieter, die als fotograaf (twee foto's op deze site zijn door hem genomen. Zie voor meer informatie zijn site http://www.danielbosschieter.nl) de gebeurtenissen vastlegt. Hij blijkt de vriend te zijn van Bieneke, één van de kleindochters van A. den Doolaard. Bijzonder detail is nog dat zijn moeder uit Ohrid afkomstig is!
© foto: Daniel Bosschieter, 2006
Na de onthulling is er nog ruim gelegenheid om bij het monument wat na te praten onder het genot van een heerlijke Macedonische wijn. Later bezoeken we nog de 'after-party' in het nabijgelegen hotel, waar ons nog een aantal keer gevraagd wordt naar onze reiservaringen. Het blijkt dat de hele familie Spoelstra afweet van onze autotocht. Helaas kunnen we niet tot het einde blijven, de volgende morgen moeten we weer fris aan de terugtocht kunnen beginnen, maar het blijft die nacht nog lang onrustig in Ohrid...
© foto: Albert Koevoet, 2006