De goden gaan naar huis is een toekomstroman van A. den Doolaard uit 1966. Het boek werd geschreven tegen de achtergrond van de wapen- en ruimtewedloop, en speelt zich af in een onbepaald jaar tussen 1970 en 2000.
Amerikaanse astronauten keren triomfantelijk terug van de eerste geslaagde missie naar Mars. Wat ze niet weten, is dat zij een onbekend virus van de rode planeet hebben meegebracht. Door een noodlanding in de buurt van een hotel met vakantiegangers komt er van de beoogde quarantaine na afloop van de reis niets terecht. Het virus, dat aanvankelijk gepaard gaat met onverschilligheid en lethargie maar later hoge koorts en de dood veroorzaakt, veroorzaakt een wereldwijde en dodelijke epidemie.
Tijdens deze pandemie ziet de Griekse dr. Nikos Grammatikakis zijn kans schoon om de marmeren beelden die rond 1800 uit het Parthenon werden geroofd en sinds die tijd in het Brits Museum staan, terug te halen naar Athene.
Twee virologen, een Indiër en een Griek, ontwikkelen een vaccin dat een deel van de mensheid zal kunnen redden. De slotzin van het boek is: ‘We hebben tussen wonderen geleefd, maar we hebben het niet begrepen.’ Deze zin staat ook op de grafsteen van A. den Doolaard.
Ingezonden brief in de NRC van 2 april 2020 (tijdens de Corona-crisis)
"De Goden is een roman over een wereld die ten ondergaat aan een overmaat van vernuft en een tekort aan wijsheid" (A. den Doolaard)
Gerelateerd
Neerlandistiek - Pandemiefictie in tijden van Corona
Liliane Waanders - Griekse goden repatriëren
A. den Doolaard over De goden gaan naar huis
Uitgebreidere inhoudsbeschrijving op Wikipedia