In mei 1961 berichtte het Rotterdams Nieuwsblad:
A. den Doolaard met Griekenland een avond in "De Lantaren"
Na zich jarenlang vooral met Joegoslavië te hebben beziggehouden - tot wederzijdse tevredenheid - heeft de schrijver A. den Doolaard onlangs Griekenland onder zijn hoede genomen. Gisteravond kwam hij het in Rotterdam brengen, in De Lantaren onder auspiciën van de boekhandel Voorhoeve en Dietrich. Griekenland, zei hij, ligt niet aan het einde maar aan het begin van Europa. Hij herinnerde eraan, hoezeer de westerse cultuur door Hellas is bepaald.
Maar meer nog dan de oudheden heeft de Griekse mens zijn belangstelling. Hij liet tijdens een gezellig relaas, door hem zelf gemakte kleurendia's projecteren van Kreta, Athene, de Peloponnesus, Delphi en het schiereiland Athos. Hij had lof voor de architectuur van het Parthenon, waartegen de 19e eeuwse bankgebouwen en hedendaagse volkswoningen ongunstig afsteken. Hij had ook lof voor de mentaliteit van Griekse weggebruikers, waartegen de onze ongunstig afsteekt.
Deze gedachten wisselde hij af met luchtiger momenten. Amerikanen in Griekenland kraakte hij per stuk of in groepen als komische noten. Met kostelijke anecdotes karakteriseerde hij de dorps-Griek, die een onwrikbaar gevoel van eigenwaarde heeft en die naar het ons leek overigens alleen te vergelijken is met een Joegoslaaf van deze schrijver. Gehinderd is hij weleens door toeristen, die ongunstig afsteken bij de ruïnes. Zij komen naar Griekenland als deelnemers aan "cruises" met een reisleider, een methode waar de exclusief reizende Den Doolaard op grappige wijze van gruwde. Hij bleek zijn prille ontdekkingsreiziger-enthousiasme ongerept bewaard te hebben.
Zoals was aangekondigd, was hij in de pauze bereid, zijn boek "Grieken zijn geen goden" eigenhandig te signeren. De Lantaren was voor deze lezing in de reeks "Ontmoetingen met auteurs" nagenoeg uitverkocht.