Oriënt-Express is een roman van A. den Doolaard waarin hij de strijd van een Macedonische boerenfamilie voor een vrij Macedonië beschrijft.Bijna zestig jaar na de eerste druk van Oriënt-Express schreef A. den Doolaard een nawoord bij de 'zoveelste druk' van dit boek in 1994:
"Oriënt-Express is geen historische roman, ook al staat op de achtergrond van het verhaal over de tragische lotgevallen van een Macedonische boerenfamilie voortdurend episoden uit de bloedige geschiedenis van de IMRO, de Intern-Macedonische Revolutionaire Organisatie (1893-1935). De leden van dit geheime bevrijdingscomité werden 'comitadji' genoemd.
De bedoeling van de oprichters was de bevrijding van Macedonië uit de Turkse slavernij door de Macedoniërs zelf (vandaar de toevoeging 'intern'), gevolgd door de stichting van een onafhankelijke socialistische republiek. De naburige koninkrijken Griekenland, Servië en Bulgarije wilden namelijk Macedonië elk voor zichzelf. De Bulgaren, een volk van Aziatische en niet van Slavische herkomst, voerden desondanks de felste propaganda. Hun taal is inderdaad nauwer verwant aan de Macedonische dialecten dan het Servisch, hun popes beheerden er kerk en school en veel Macedoniërs voelden zich Bulgaars.
De grote IMRO-opstand van 1903 werd door een overmachtig Turks leger in bloed gesmoord, maar in 1912 verjoegen Grieken, Serviërs en Bulgaren de Turken voorgoed uit het ongelukzalige Macedonië, dat in 1913 in drie stukken werd gescheurd, Griekenland en Servië delden ongeveer gelijk op en lieten slechts een tiende van het gebied, het wilde Pirin-gebergte en omgeving, voor Bulgarije over. Duizenden Macedoniërs, afkerig van Servië, emigreerden naar Bulgarije, waar militairen en monarcho-fascisten na 1918 greep kregen op de IMVO. Een nieuwe 'voivode' (aanvoerder), de duistere aartssamenzweerder Todor Alexandrov, hielp de regering door het gewelddadig 'verwijderen' van politieke tegenstanders, in casu de leiders van de socialistische Boerenpartij. Hiermee verried de IMRO voorgoed het ideaal van de oprichters: een onafhankelijk en vooruitstrevend Macedonië. Als vazallen van de Bulgaarse regering kregen de comitadji de vrije beschikking over de Pirin-provincie, waar zij naar eigen goeddunken belasting hieven en de bevolking terroriseerden. Regelmatig pleegden zij bomaanslagen in het aangrenzende Joegoslavische gebied, dat door de regering in Belgrado in Zuid-Servië was herdoopt; de benaming Macedonië werd verboden.
Na de moord op Todor Alexander, die heimelijk met de Sovjet-Unie zou hebben onderhandeld, viel de IMRO bij een strijd om de opvolging uiteen in twee groepen, die elkaar in de straten en cafés van de hoofd- en hofstad Sofia met parabellums neerknalden. De aftakeling van idealisme via terrorisme naar gangsterisme was nu compleet.
Alle drie deze fasen worden uitgebeeld in Oriënt-Express, waarvan de eerste druk, zestig jaar geleden dadelijk van de actualiteit een schop meekreeg. Een week eerder was koning Alexander van Joegoslavië in Marseille vermoord, de moordenaar bleek een Bulgaarse comitadji te zijn, alle kranten schreven sensationele maar vage artikelen over de mysterieuze IMRO en het boek vloog de winkels uit.
De langdurige documentatie voor de roman verliep avontuurlijk. Op mijn eerste lange reis door Joegoslavië, zomer 1930, maakte ik aanstonds kennis met de koninklijke politiedictatuur. In het totaal toeristloze Macedonië kon ik onmogelijk aan controle ontkomen, besloot dus te huilen met de wolven en reed op politiepaarden twee weken door de grensstreek. Ik maakte een bomaanslag mee, twee daverende boerenbruiloften en mocht onder gewapend geleide vier in een hinderlaag gedode Bulgaarse comitadji fotograferen. Oudere boeren spraken nostalgisch over de IMRO van vroeger, terwijl ze de toenmalige even hard verfoeiden als de gehate politie.
In Belgrado hadden diplomaten en collega's mij verzekerd dat de Bulgaarse comitadji mij nooit tot hun gebied zouden toelaten. Maar ik deed alsof mijn neus bloedde en nam na de eerste wintersneeuw vanuit Sofia de bus naar het bergstadje Bansko waar ik via de paar studenten die de toen voor Bulgarije nog nieuwe skisport beoefenden, een kamer had kunnen huren. Vier comitadje vingen mij bij de grens van 'hun' gebied op, maar deden verder of ik lucht was. Over en weer hielden we dat twee maanden vol. In die tijd maakte ik een paar krasse straaltjes van hun terreur tegen de bevolking mee, schreef erover en kreeg kort daarna een onmiskenbare waarschuwing dat ik beter snel kon opkrassen. Twee zwijgende comitadji brachten mij terug naar de grens, en in Sofia werd ik iets beleefder verwittigd van mijn uitwijzing uit Bulgarije. Ten slotte werden na publicatie boek plus vertalingen zowel in Bulgarije als in Joegoslavië verboden.
Hoenderloo, 1 januari 1994"
(tekst Nawoord 1994)
De moord op koning Alexander
Het boek Oriënt-Express was nog maar enkele dagen uit toen op 9 oktober 1934 koning Alexander van Joegoslavië in Marseille werd vermoord door een comitadji.
"en daarom werd Alexanders dood die winter mijn brood" (A. den Doolaard in Ogen op de rug, p. 60).
Advertentie uitgeverij Querido in Nieuwsblad voor den boekhandel, november 1934
Ook Menno ter Braak kon niet om deze toevallige samenloop van omstandigheden heen. "Ik betwijfel overigens, of Orient Express deze extra-reclame nodig zou hebben gehad om een van de best-sellers van dit seizoen te worden" schreef hij in zijn, overigens niet erg positieve, recensie van dit boek.
Liegen
Een recensent van de Oriënt-Express haalde in 1940 een mooie anecdote uit het voorwoord van de eerste druk van het boek aan:
Online lezen
Het boek Oriënt-Express is in z'n geheel online te lezen op de site van de DBNL.
Gerelateerd
De Oriënt-Express in 1950, fotoreportage van Jack Birns - Retours Magazine / Arjan den Boer
Inleiding bij de druk in 1940 van A. den Doolaard
Amerikaanse recensie van 'Express to the east'
'Dolken en Rozenkransen' over de aanslagplegers op koning Alexander
IMRO als politieke partij in Bulgarije