(hiernaast: portret uit 1934 van A. den Doolaard, foto: Fons Hellebrekers)
Bij het doorbladeren van een salamander-uitgave van Oriënt Express uit 1940 op de Haagse boekenmarkt op het Korte Voorhout las ik tot mijn verbazing dat deze uitgave op een aantal punten afweek van eerder verschenen drukken van dit boek.
In de inleiding schrijft A. den Doolaard hierover onder andere:
"Bij het doorbladeren van de definitieve editie van 'Orient Express' zullen sommige lezers wellicht bemerken, dat het boek drie hoofdstukken minder bevat dan de oorspronkelijke uitgave; vandaar dat de auteur er prijs op stelt met een enkel woord te verklaren waarom hij deze goedkope uitgave van den oorspronkelijken luxe-trein in een nieuwe, slankere, gestroomlijnde gedaante de boekenwereld inzendt. (...) ik schrapte liever alles wat na herhaalde en nauwkeurige lezing overbodig leek."
"Ook de strekking van het boek is door geringe wijzigingen hier en daar veranderd. Toen ik het boek schreef, was ik vol van Macedonië, en daarom, onopzettelijk, onrechtvaardig tegenover de historische waarheid. Ik kom hier opzettelijk op terug, ook al is Oriënt Express, zoals uit de oorspronkelijke, hier ook bijgevoegde, inleiding duidelijk blijkt, geen historische roman, maar de roman van de opbloei en verwording ener grootse idee: de Macedonische vrijheidsgedachte. Madedonië was altijd een twistappel tussen de Serviërs, de Bulgaren èn de Macedonische Slaven zelf, die onder elkaar weer in kampen waren verdeeld. Al schrijvende koos ik de partij van die Macedoniërs, welke m.i. de oorspronkelijke, grootse, federatief getinte vrijheidsidee, welke zij tot gans Europa wilden uitbreiden, het zuiverst hadden bewaard; en in mijn geestdrift hen door dik en dun te verdedigen, beging ik tegenover Serviërs en Bulgaren de nodige historische onrechtvaardigheden, welke ik nu, geholpen door een rijper inzicht, heb trachten te verzachten. Maar tevreden zullen mijn vrienden in den Balkan ook nu nog niet zijn. (...) De Bulgaren kreten het boek voor pro-Servisch uit; de Serviërs verfoeiden het als te pro-Bulgaars; de Macedoniërs vonden het gedeeltelijk niet genoeg pro-Macedonisch! "
"Doch ik ben geen Macedoniër; ik ben een Nederlander, die al zwervende, Macedonië diep ging liefhebben zoals ik het nu nog liefheb boven alle andere landen, waar ik doorheentrok. De hartstocht, hitte en haat van Macedonië gingen in mij over; en welke hartstocht is niet onverbrekelijk verbonden met onrechtvaardigheid tegenover andersdenkenden? Daarom leze men dit boek niet als een toelichting op een (trouwens onoplosbare!) politieke puzzle, maar behoude er slechts één ding uit: de hartstochtelijke vrijheidsgedachte, wier onsterfelijke waarde ook wij, hier in de rustige lage landen bij de zee, ons steeds dieper bewust moeten worden, voer de vernietigende springvloed van het oorlogsgetij ons dit wellicht onmogelijk maakt.
Bosch en Duin, December '39."