In het knipselarchief van het Letterkundig Museum trof ik het volgende krantenbericht aan (Trouw, 27 november 1959):
"Blaffende hond leidt A. den Doolaard af - boek kwam maand te laat uit"
(Van een onzer verslaggevers)
Voor de Apeldoornse kantonrechter stond gistermorgen de schrijver A. den Doolaard (met wenkbrauwen als borstels maar ditmaal noodgedwongen zonder zijn gewelfde pijp) zich te beklagen over buurman's herdershond Nora. De auteur verklaarde dat het blaffen van het dier oorzaak was dat zijn laatste boek Het leven van een landloper een maand te laat uitkwam. De eigenaar van de hond, de heer G. F. uit Hoenderloo, exploiteert een kampeerterrein en enige bungalows op De Miggelenberg, Den Doolaards huis grenst eraan.Mag men de schrijver geloven, en enkele getuigen, o.m. de verbaliserende agent, onderstrepen zijn woorden, dan blaft Nora onophoudelijk. Vooral in de zomer. Het geluid, zo vertelde de schrijver, wordt door de omliggende hellingen nog versterkt. De hond doet dit, zo zei hij, louter uit verveling. 'Als ik zes jaar aan de looplijn lag zou ik ook vervelend worden'. De auteur is er zelfs voor gevlucht. Hij trok diep de zandverstuivingen van Hoenderloo in, maar hij hoorde de hond nog op 2 1/2 km afstand. De verbaliserende agent, de heer Knoef, voegde eraan toe dat het blaffen speciaal bij westelijke winden zeer hinderlijk voor de omgeving is.
Verdachte had als raadsman genomen mr. dr. A. E. K. Schaeffer von Wienwaldt, die ook voorzitter is van de dierenbescherming in Apeldoorn. Hij deelde mee, samen met de inspecteur van de dierenbescherming, een proef genomen te hebben. Nora blafte toen slechts een paar keer. Hij likte de handen van de inspecteur zelfs. De zaak werd uitgesteld. Er zullen nog enige getuigen worden gehoord, onder wie de pianist Gerard Hengeveld, die ook in deze contreien woont.