In september 1925 verscheen het eerste nummer van De Sfinx, een nieuw geestig weekblad, onder redactie van de Haagse publicisten Eduard Veterman en Jan van Ees. Het blad werd door de redacteuren aangeduid als "een wekelijksche restauratie van het humeur".
De ontvangst van het blad in de pers was wisselend, en liep uiteen van
"Het eerste nummer bestaat uit twintig bladzijden en is verlucht met menige komisch satyrische schets. Wij hebben er met genoegen kennis mede gemaakt en gelooven, dat als het blad zich kan handhaven op het ingenomen peil, het een aanwinst mag heeten" (De West : nieuwsblad uit en voor Suriname)
tot
"Deze Sfinx, die de gedegenereerde familietrekken van haar oudere verwanten 'Pan' en 'De Zwarte Kat' reeds duidelijk herkenbaar vertoont, zal wel spoedig in onbeschaamdheid deze obscure uitgaafjes evenaren."
(De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad).
Bob Spoelstra (A. den Doolaard) was één van de vaste medewerkers die aan het blad verbonden was (Nieuwsblad van het Noorden, 23 september 1925). Het is niet waarschijnlijk dat er veel werk van zijn hand in het blad is gepubliceerd, want al op 26 september meldde Het Vaderland in een kort bericht dat Bob Spoelstra als medewerker van De Sfinx bedankt had...
Na het tweede nummer (oktober 1925) lijkt het blad al te zijn opgedoekt; in een artikel in Het Vaderland van januari 1926 is sprake van de "redactie van wijlen De Sfinx"