Krant
Een reiziger in Bulgarije stuurde mij deze week de scan van een krant, die hij in het Sofia in handen gedrukt had gekregen. Het betrof een krant van de VMRO, momenteel een Bulgaarse politieke partij.
Afbeelding: Krant van de Bulgaarse VMRO in 2011
Toen A. den Doolaard in het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw in Bulgarije verbleef, was de VMRO (of IMRO) nog een gevreesde terroristische organisatie die de Bulgaarse bevolking terroriseerde en aanslagen pleegde in het Joegoslavische deel van Macedonië.
Afbeelding: VMRO tijdschrift Svoboda ili smert uit 1932
Geschiedenis
Opgericht in 1893, ten tijde van de Ottomaanse overheersing, streefde de Intern-Macedonische Revolutionaire Organisatie een onafhankelijk Macedonië na. Toen Macedonië na de Balkanoorlogen en de Eerste Wereldoorlog verdeeld werd over drie landen, verergerde de al bestaande onderlinge verdeeldheid in de organisatie en begonnen de verschillende fracties elkaar ook gewapenderhand te bestrijden. Na de Tweede Wereldoorlog hield de organisatie feitelijk op te bestaan, om in het post-communistische tijdperk als politieke partij te herleven, zowel in Macedonië als in Bulgarije.
Oriënt-Express
In het nawoord van de 'zoveelste druk' van Oriënt-Express schreef A. den Doolaard in 1994:
Oriënt-Express is geen historische roman, ook al staat op de achtergrond van het verhaal over de tragische lotgevallen van een Macedonische boerenfamilie voortdurend episoden uit de bloedige geschiedenis van de IMRO, de Intern-Macedonische Revolutionaire Organisatie (1893-1935). De leden van dit geheime bevrijdingscomité werden 'comitadji' genoemd.
De langdurige documentatie voor de roman verliep avontuurlijk.
Hoe avontuurlijk zijn documentatie voor zijn roman Oriënt-Express was, blijkt goed uit wat hij daarover schreef in Ogen op de rug:
Mijn vrienden in Belgrado hadden me voorspeld dat de comitadji me nooit binnen het gebied zouden toelaten waar ze met de stilzwijgende toestemming van het fascistische Bulgaarse bewind heren en meesters waren. Maar ik deed alsof mijn neus bloedde en reisde, zodra de wintersneeuw gevallen was, als skitoerist naar het hoge dorp Bansko, een van de strategische 'vestingen' van de VMRO. De comitadji, kwaadaardige jongens, gekleed in kaplaarzen, kaki luifelpetten en leren jekkers die stijf stonden van de revolvers, gingen de eerste paar weken nauwlettend mijn gangen na. Tot de grens van het stadje dan, want daarbuiten lag de sneeuw te diep. Precies zoals ik had verwacht, waren de schoften liever lui dan moe. Na een week of wat gingen ze blijkbaar geloven dat ik enkel gekomen was om dit volkomen onbekende skiparadijs te exploreren.
Weldra wist ik dat de oude Kostra me maar een klein deel van de treurige waarheid had kunnen vertellen. De comitadji zogen de geterrorriseerde bevolking uit door het heffen van een dubbele belasting boven op de officiële en staften elke tegenstand eerst met mishandeling en bij recidive met de kogel. Nadat ik een paar van zulke gevallen van dichtbij had meegemaakt, besloot de plaatselijke VMRO zich van de lastige getuige te ontdoen. Ik kreeg na een verblijf van twee maanden de duidelijke wenk dat het beter voor mijn gezondheid zou zijn als ik het bergdorp met de volgende autobus verliet. Maar door de prompte opvolging van dit bevel kwam ik juist van de drup in de regen: in Sofia vierden de comitadji de lente door het uitmoorden van collega's die tot een dissidente splintergroep behoorden. In een week tijd zag ik op straat en in café's drie man neerknallen.
Over mijn eigen ervaringen in Bulgaars Macedonië en over de VMRO in het algemeen schreef ik een drietal artikelen onder de titel 'Glorie en val der comitadji's'. Prompt nadat ze in het Amsterdamse Handelsblad verschenen waren, werd ik ook uit Bulgarije uitgewezen.
(...)
Het waren mijn eerste artikelen met een politieke achtergrond; en zonder dat ik het besefte, betekenden ze voor mij het begin van een strijd tegen onrecht en verdrukking, die ik mijn hele verdere leven zou blijven vieren.
A. den Doolaard in Ogen op de rug (1971), p. 58/59 en 61
Verdacht
De gedetailleerde beschrijving van de organisatie en de werkwijze van de VMRO deed een Amerikaanse recensent van Time Magazine in 1935 veronderstellen dat A. den Doolaard de kennis over zijn onderwerp in de roman Express to the East (Oriënt-Express) alleen kon hebben opgedaan door zelf deel te nemen aan de gewapende acties van de VMRO:
The author of Express to the East is almost as mysterious as the organization of which he writes. Den Doolard, which means The Wanderer, is the pseudonym of C. Spoelstra, 34-year-old Dutch novelist, adventurer, roving editor of an outdoor-sports magazine, now traveling in the Near East. Although his novels are popular in Holland, they have not won the endorsement of intellectual bigwigs, who created a sensation when they refused to award him the Dutch equivalent of the Pulitzer Prize. In a brief introduction to Express to the East, den Doolard mentions his months of wandering through Macedonia, "sometimes thirsty and penniless and dirty, sometimes drinking iced plum brandy in the luxurious restaurant wagon of the Orient Express," hints that he has taken part in the activity of the organization he describes. Noting his detailed account of conspiratorial methods, it is a likely conclusion that den Doolard did not get his knowledge of them exclusively from books.
Bronnen
Meer over de reizen van A. den Doolaard door Bulgaars- en Joegoslavisch Macedonië is te lezen in het artikel Dolend door Macedonië, in het boek Van vrijheid en dood (1935), Ogen op de rug (1971, hoofdstuk Oriënt-Express) en in Het leven van een landloper.
Afbeelding: Het huidige VMRO hoofdkantoor in de Bulgaarse hoofdstad Sofia