In de Vara gids van 4 augustus 1973, de week dat de NCRV 'Over zeven zigeuners en de heiligen van Ohrid' uitzond, ontdekte ik een interview met A. den Doolaard.
(tekst: Marinus Schroevers, foto's Ernst Niewenhuis)
Een aantal citaten uit het artikel:
Hoenderloo
Een gruispad van de weg af met in het midden een bobbel gras, die als een wolk vliegen tegen de onderkant van je auto zoemt. Alleen dat pad is al een emotie, een rare, onwerkelijke suggestie van net als de Fransen grond te over hebben, en dat in een land dat het karwei van het helemaal vol te bouwen bijna geklaard heeft. Het huis ligt op een soort heuveltje, en verderop golft het nog méér omhoog.
Zwerflust
Een man van het vitalisme (...). Hij is nou 72, als ik het wel heb. Hij is nog altijd even beweeglijk, nog altijd even enthousiast, nog altijd even sociaal betrokken. Een krachtpatser met royaal bemeten longen. Een ongelofelijk makkelijk prater. En, vind ik, vooral ook iemand die al vroeg in zijn leven bepaald was, door had wie hij was, en ernaar handelde (...). "Mijn vader had dat óók," zegt Den Doolaard.
"Misschien heb ik dat zwerven van hem. Ik heb het altijd gehad. Als jongen maakte ik al lange schaatstochten. (...) Toen ik eindexamen h.b.s. deed, kreeg ik een tientje. Daar heb ik een fietstocht heen en terug naar Bazel van gemaakt."
Gelderland en Macedonië
Den Doolaard thuis, in dat lieve Gelderse huisje op dat heuveltje. Den Doolaard tussen z'n boeken, z'n pakje tabak en een grote hond. Erie is ook als ze zwijgt zeer aanwezig. Ze zijn juist terug van een vakantie van een maand in Macedonië. Op uitnodiging van de Macedonische regering. Daar werd trouwens ook de televisiefilm van deze week gemaakt, in Ohrid. Maar nu zitten ze weer gewoon op dat heuveltje. In de huiskamer voornamelijk die grote witte vleugel en die boeken.